Om een beter inzicht in de bloeddruk te krijgen kan het nodig zijn om deze over een langere periode te meten.
Bij hartritmestoornissen kan de C-pen duidelijkheid geven. De patiënt kan hiermee zelf een hartfilmpje maken.
Met een CT-scan van het hart kunnen afwijkingen aan de kransslagaders in beeld worden gebracht.
Een echo verschaft de cardioloog een schat aan informatie over het hart en de werking daarvan.
Met een Electrocardiogram (het hartfilmpje) wordt de elektrische werking van het hart onderzocht.
Ergometrie, ook wel fietsproef genoemd, wordt gebruikt om de invloed van inspanning op het hart te onderzoeken.
Bij een hartkatheterisatie worden de kransslagaders, de hartholten en de aorta in beeld gebracht.
Met Holteronderzoek kan het hartritme over een langere periode worden geregistreerd.
Een implanteerbare hartritmemonitor kan het hartritme tot wel drie jaar registreren.
Met een MRI-scan van het hart wordt het hart door middel van magnetische straling in beeld gebracht.
Nucleair onderzoek wordt gebruikt om afwijkingen in weefsels zichtbaar te maken.
Een röntgenfoto van hart en longen geeft veel informatie over de .
Wanneer een gewone echo te weinig informatie oplevert kan een echo via de slokdarm noodzakelijk zijn.
Met dit onderzoek wordt met een kantelbare tafel onderzocht hoe de bloeddruk in verschillende situaties reageert.